Finsterwolde gezien vanuit het zuidoosten in 2011. Foto: Wikimedia Commons.

 

In de zomer van 1951 is het dorp Finsterwolde wereldnieuws Het feit dat de Nederlandse regering de door communisten geregeerde gemeenteraad ‘wegens grove verwaarlozing van het bestuur’ naar huis heeft gestuurd, leidt in de Koude Oorlogssfeer van die tijd in binnen en buitenland tot lovende commentaren over de moed waarmee ons land het communisme tegemoet treedt. Een leger van reporters overspoelt het dorp om het volk te vertellen over 'de schanddaden die het communisme er heeft aangericht'. Zelfs het gerenommeerde Amerikaanse ‘Time Magazine’ vindt het nodig om zijn lezers over de gebeurtenisssen in Finsterwolde te informeren. In een artikel onder de kop ‘Little Moscouw’ wordt burgemeester Harm Tuin, die als regeringscommissaris is aangesteld om weer orde op zaken te stellen, afgeschilderd als een soort kruisridder tegen het internationale bolsjewisme.

 

Ook voor de vaderlandse pers die zich enigszins verbaasd afvraagt hoe de bevolking in een rustig en vriendelijk plattelandsdorp als Finsterwolde zich zo kan laten ‘opjutten’, wordt regeringscommissiaris Harm Tuin niet moe om uit te leggen hoe de vork in de steel zit. Hij laat er daarbij geen twijfels over bestaan naast bestuurlijke kwaliteiten ook over een behoorlijk portie psychologisch inzicht te beschikken. Hij vindt dat de mensen in Finsterwolde over het algemeen geestelijk lui zijn en bijzonder vatbaar voor demagogische leuzen (Algemeen Dagblad). Tegen de NRC zegt de burgemeester (het blad voegt dat er bij het interview aan toe) dat hij ‘intellectueel boven deze communistische heren staat en dat de bevolking zich op sleeptouw heeft laten nemen door handige agitatoren zonder enig politiek inzicht’. Want de mensen in Finsterwolde zijn volgens hem veelal enigszins traag, althans zeer simplistisch van geest. Het Vrije Volk komt zonder de hulp van de burgemeester tot dezelfde conclusie. Het behoeft geen betoog dat er zwakke plekken in Nederland zijn, waar de geestelijke onvolgroeidheid is blijven hangen, zo wordt er gedacht. In de Koude Oorlogssfeer van die tijd en in hun ijver om elkaar als bestrijders van het rode gevaar te overtreffen, zijn de feiten en de achtergronden van de gebeurtenissen in Finsterwolde die uiteindelijk hebben geleid tot het onder politieke curatele stellen van de dorpsbevolking voor de meeste kranten minder interessant. Waarschijnlijk mede hierdoor is de zaak Finsterwolde behalve in het dorp zelf een vrijwel vergeten hoofdstuk in de geschiedenis van onze parlementaire democratie geworden, schrijft het Nieuwsblad van het Noorden in 1981.

 

Het antwoord op de vraag hoe de communisten met name in dorpen als Finsterwolde en Beerta vaste grond onder de voeten hebben gekregen, heeft echter minder te maken met de geestelijke gesteldheid van de bevolking dan met de vaak mensonterende omstandigheden waaronder de mensen tot aan het begin van de jaren vijftig in dit gebied hebben moeten leven. De schrijnende tegenstellingen tussen de boeren die door de hoge graanprijzen in de Franse tijd kapitalen hebben verdiend en de landarbeiders, leidt in het Oldambt vaak tot hevige sociale onrust. In dit gebied zijn in die tijd meer landarbeidersstakingen dan in welk ander deel van het land. Bekend zijn de stakingen van 1892 en 1898 en de lange staking van 1929 waaraan vele landarbeiders deelnemen en waarbij  Eltjo Siemens door de politie in Finsterwolde (per ongeluk) wordt neergeschoten. In dit klimaat vinden de woorden van de anarchistische predikant Domela Nieuwenhuis en communistische voormannen als David Wijnkoop en Louis de Visser een willig oor.

 

De 79-jarige Hendrik Schwertman (1981) die na de bloedige onderdrukking van de staking van 1929 toetreedt tot de Communistische Partij en zowel voor als na de oorlog jarenlang raadslid en wethouder voor de CPN in Finsterwolde is geweest, kan zich die bijeenkomsten nog goed herinneren:

 

,,Dat waren hele gebeurtenissen. We hoefden niet eens pamfletten te verspreiden want de zalen zaten altijd stampvol. Die mensen spraken de taal van de arbeiders. Het was logisch dat hun verhaal de mensen aansprak want de omstandigheden waren verschrikkelijk. Wij waren gewoon lucht voor de boeren. Ze keken op iedereen neer die niet tot hun kaste behoorden. Ze waren te vergelijken met de Tories in Engeland. Ze hadden hier in het dorp een sociëteit en een keer per jaar werden de middenstanders ook uitgenodigd, maar reken maar niet dat ze met die lui aan een tafel gingen zitten”, aldus Schwertman in de krant.

 

Medewerkers van dorsmachine Boelens bij Hardenberg. Foto: Eigen verzameling.

 

In de twintiger jaren groeit de aanhang van de Communistische Partij gestaag. De boeren die niet alleen de gemeenteraad beheersen maar ook de kerkelijke colleges. de schoolcommissie en het Armenbestuur bestieren, zien hun macht tanen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1935 behaalt de CPN voor de eerste keer de absolute meerderheid. Communistische landarbeiders komen in het Armenbestuur en zorgen er onder meer voor dat het aalmoeskarakter van de steun verdwijnt.

Ook de voorzitter van het arbeidersziekenfonds, een boer, moet het veld ruimen voor een arbeider. Na de oorlog, die veel CPN-voormannen in Finsterwolde niet hebben overleefd, behalen de communisten opnieuw de meerderheid in de gemeenteraad. Maar nog steeds is de boer de werkgever die met de duimen tussen de bretels staat toe te kijken hoe zijn arbeiders werken. In 1950 leven de meeste landarbeiders nog steeds in vochtige huizen op lemen vloeren. Nog steeds is er in de winter het grote leger werklozen die nu in de objecten van de nieuwe werkverschaffing de Dienst Uitvoering Werken (DUW), in de volksmond omgedoopt tot ‘Door Uitbuiting Winst’ of ‘Door Uitputting Wanhoop’, te werk worden gesteld.

 

De werklozen in Finsterwolde werken in die tijd ook aan de aanslibbingswerken in de Dollard. Hendrik Schwertman is er een van geweest. “Het was zwaar werk. Soms werkten we tot tien uur ‘s avonds door en dan moest je de volgende morgen om vier uur al weer aanwezig zijn, omdat het dan laag tij werd. Tijdens het schaften kon je vaak niet zitten omdat je tot je knieën in de modder stond. Als je problemen maakte, werd je geschorst en dan had je geen recht op een werkloosheidsuitkering”, aldus Schwertman in de krant. Op 14 mei 1949 breekt onrust uit in de DUW. De aanleiding is een nieuwe regeling uitgevaardigd door de DUW-directie die inhoudt dat de arbeiders voortaan ook op zaterdagmiddag moeten werken om aan het minimum aantal werkuren te komen. De demonstratieve werkonderbrekingen betekenen het ontslag van de DUW-arbeiders. Het bestuur van de gemeentelijke instelling voor sociale zaken besluit op 23 mei om de ontslagen arbeiders een uitkering te verstrekken. Het is vooral deze zaak die later voor de regering een belangrijk argument wordt om de gemeenteraad van Finsterwolde naar huis te sturen. Burgemeester Harm Tuin die dit allemaal te ver vindt gaan. zet de kruistocht tegen de communisten persoonlijk in. Opeenvolgende besluiten van de gemeenteraad om de ontslagen arbeiders toch aan een uitkering te helpen, worden keer op keer door hem voor vernietiging voorgedragen bij de Kroon. Hetzelfde gebeurt met het besluit van de gemeenteraad om de ambtenaar die geweigerd heeft om het besluit tot het verstrekken van de uitkering uit te voeren, te ontslaan. Het vreemde is dat in Oude Pekela wel uitkeringen aan de bij de acties betrokken arbeiders worden gegeven. ,,Daaruit kon je afleiden dat het niet om de zaak zelf ging maar dat men geen andere bedoeling had dan de macht van de CPN in Finsterwolde te breken. De arbeiders uit andere plaatsen die bij ons in de slikken werkten, hoorden natuurlijk dat de CPN in Finsterwolde veel voor de bevolking deed. Er werden bij ons veel woningen gebouwd en er werd veel gedaan aan de sportaccommodatie. Er was ook een bejaardentehuis gebouwd. Die mensen vroegen zich af waarom dat bij hun niet kon en zetten hun eigen gemeentebestuur onder druk. Daarom moest er in Finsterwolde ingegrepen worden”, zegt Hendrik Schwertman in het krantenartikel.

 

Dat ook de regering de feiten minder belangrijk vindt dan de achtergronden waartegen deze zich afspelen, blijkt uit de memorie van toelichting bij het wetsontwerp waarbij de gemeenteraad van Finsterwolde buitenspel wordt gezet. Volgens de minister is er in het Groninger dorp een verstikkende sfeer ontstaan waarbij de burgemeester en andere niet-communistische personen voortdurend worden geïntimideerd en vernederd.

 

Dat men tot dusverre niet meer succes heeft gehad, is voor een groot deel te danken aan het koelbloedig en beleidvol optreden van burgemeester Harm Tuin en zijn medewerkers. De regering brengt te dezer plaatse gaarne hulde aan de wijze waarop genoemde burgemeester zich van zijn taak heeft gekweten. Bij een ziekteproces zoals zich dat in staatkundige zin in Finsterwolde voordoet, kan dan ook alleen een radicaal ingrijpen uitkomst bieden. Diverse parlementariërs doen er bij de behandeling van het wetsontwerp nog een schepje boven op. De CHU-afgevaardigde Krol vindt “het regeringsvoorstel een stuk politieke opvoedkunde voor de a-godsdienstige boerenbevolking en arbeidersklasse in het Noorden” en het PvdA-Kamerlid Scheps, wiens betoog in het Vrije Volk een ongekend oratorisch meesterstuk wordt genoemd, stelt de communisten in Finsterwolde op een lijn met de fascisten in Nazi-Duitsland.

De grote protestbeweging die door de CPN in het hele land tegen het wetsontwerp op gang wordt gebracht mag niet baten. De ruim 1400 handtekeningen die de communisten in Finsterwolde zelf hebben ingezameld worden door minister Van Maarseveen weggewuifd met het argument dat een groot deel van de bevolking waarschijnlijk uit angst voor de communisten heeft getekend. Hiermee worden de inwoners van Finsterwolde in feite het recht van petitie (artikel 8 van de Grondwet) met stilzwijgende goedkeuring van de Kamer ontzegd.

 

Het gaat er in die tijd in de gemeenteraad van Finsterwolde overigens vaak hard tegen hard en niet alleen als het door de CPN gewraakte wetsontwerp aan de orde komt. Het zijn ook niet alleen de communisten die zich schuldig maken aan beledigende opmerkingen, zoals de regering het in de memorie van toelichting wil voorstellen. Zo noemt burgemeester Tuin, wethouder Harm Haken op het gebied van intimidatie en agressiviteit een ‘broekje vergeleken bij de in de oorlog gesneuvelde communist H. J. Siemons’. Ook Hendrik Schwertman moet als penningmeester van de woningstichting grove beledigingen slikken. Sommige kranten schrijven openlijk dat iemand die 52 weken per jaar werkloos is, geen goede penningmeester van een bouwvereniging kan zijn. ,,Natuurlijk raakten dit soort opmerkingen je wel, maar je werd er ook door gelouterd. Het sterkte ons in de overtuiging dat we door moesten gaan in het belang van de arbeiders", zegt Schwertman in de krant. Ook het besluit dat de burgemeester in juni 1950 neemt om de raadsvergadering voortaan door politieagenten te laten bijwonen wordt door de communisten als een regelrechte provocatie opgevat. ,,Er werd dan wel fel gedebatteerd, maar dat was natuurlijk geen reden om de politie in de raadszaal te posteren. Het was gewoon een poging van de burgemeester om ons te intimideren”, zegt Hendrik Schwertman.

 

 In december 1952 wordt Schwertman samen met 16 anderen bij het gemeentehuis in Finsterwolde gearresteerd, als hij protesteert tegen de verlaging van de steunnormen. Burgemeester Tuin vaardigt als regeringscommissaris meteen een samenscholingsverbod uit. De 17 worden na een lang proces uiteindelijk wegens huisvredebreuk veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf. Ook na de gemeenteraadsverkiezingen van 1953 als de CPN opnieuw in de gemeenteraad terugkeert, blijven de scherpe conflicten tussen de communisten en de andere partijen het politieke beeld in Finsterwolde beheersen. En dertig jaar nadat burgemeester Tuin wordt aangesteld als regeringscommissaris, moet Hendrik Schwertman constateren dat de aanval op de CPN in Finsterwolde opnieuw wordt ingezet. 

 

Dorpsbewoners bij de galanteriezaak van Jonkers aan de Hoofdstraat. Foto: Eigen verzameling.

 

De geschiedenis lijkt zich te herhalen. De gemeenteraad ligt rond 1980 opnieuw overhoop met het provinciaal bestuur van Groningen, dat weigert de begroting van Finsterwolde goed te keuren zolang de raad de belastingen, volgens Schwertman de laagste in Nederland, niet verhoogd. En staatssecretaris Koning van Binnenlandse Zaken dreigt bovendien de verordening op de onroerendgoedbelasting voor vernietiging bij de Kroon voor te dragen, omdat de boeren in Finsterwolde onevenredig zwaar zouden worden belast. De eerste protestvergadering tegen deze inmenging van hogerhand in het gemeentelijk beleid is al gehouden en CPN-actieleider Fre Meis laat zich daar niet per ongeluk ontvallen dat de gemeente er rekening mee moet houden dat er opnieuw een regeringscommissaris zal worden aangesteld. ,,Wij sluiten niet uit dat dat inderdaad opnieuw kan gebeuren”, zegt Hendrik Schwertman in 1981. ,,Wij zijn echter niet van plan om zomaar aan de druk van bovenaf toe te geven De meerderheid van de bevolking staat achter ons. Ik heb me trouwens altijd op het standpunt gesteld dat er iets mis is als de kapitalisten vertrouwen in ons stellen. Finsterwolde vecht opnieuw voor zijn recht om zelf het gemeentelijk beleid te maken. Dat recht laten we ons niet zomaar afnemen” (1).

 

Tot zover de crisis rond het gemeentelijk gebeuren in Finsterwolde. Terug naar het heden. Een dergelijke grote crisis kan tegenwoordig niet meer voorkomen in het dorp, want Finsterwolde is geen eigen gemeente meer. Eerst wordt het samengevoegd met de gemeente Beerta en de gemeente Nieuweschans 1990-1997 (gemeente Reiderland). In op 1 januari 2010 ontstaat de fusiegemeente Oldambt. De gemeente Reiderland wordt dan samengevoegd met Scheemda en Winschoten. Met name de communistische partijen, de NCPN in Reiderland en de VCP in Scheemda, hebben fel geprotesteerd tegen de fusie. Echter in de raadsvergaderingen blijken ze de enige tegenstanders te zijn. In 2009 worden daarvoor vervroegde verkiezingen gehouden en komen de communisten, nu de NCPN (Nieuwe Communistische Partij), niet meer in de gemeenteraad met slechts 2.3% van de stemmen, terwijl de opkomst bij deze verkiezingen slechts 42.3% is.

 

Hoe de inwoners van Finsterwolde nu over hun dorp denken lezen we op hun website:

 

‘Er wonen hier alleen maar aardige mensen! Maar ze kunnen je wel veel akelige verhalen vertellen, over van vroeger. Toen waren hier de rijke boeren de baas. De arbeiders die bij die boeren werkten, waren arm en hadden helemaal niets te vertellen. Als er geen werk meer was of als er iets gebeurde wat de boer niet aanstond, werden ze gewoon weggestuurd. Er waren toen nog geen uitkeringen, zelfs niet wanneer je niet kon werken omdat je ziek was.

Als het geld opraakte, dan moesten ze maar naar de kerk om wat geld. Maar daar waren diezelfde boeren ook weer de baas...

Het gevolg was dat heel veel arbeiders zich afkeerden van de kerk en hun heil gingen zoeken in het communisme. Daar werden ze niet slechter van, integendeel! Ze probeerden juist om zo eerlijk en oprecht mogelijk te leven om te bewijzen dat ze de kerk echt niet nodig hadden om als goede mensen door het leven te gaan! Daarom wonen er hier nog steeds zoveel goede, aardige mensen...‘(2).

 

En, o ja, ik ben geboren in Finsterwolde aan de Hoofdstraat, naast de smederij.

 

 

Bronnen:
1. Naar een tekst uit het Nieuwblad van het Noorden, 18 juli 1981, pg. 27, door Egbert Sluiter
2. Website van Finsterwolde: www.brfree.net/finsterwolde

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 3 september 2018.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top